Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Gepubliceerd op 18-03-2024

Edda

betekenis & definitie

d i. stammoeder, is de titel van twee verschillende oud-Noordsche werken, welke voor de dicht-, fabel- en oudheidkunde van Scandinavië van groot gewicht zijn. Het geheel is afkomstig van onderscheiden vervaardigers, die in verschillende tijden hebben geleefd.

De oudere (poëtische Edda) werd in 1643 teruggevonden en bevat enkel gedichten, oud-Noordsche liederen en spreukgedicbten, 39 in getal, ze zouden verzameld zijn door den geleerden priester Sigmund den Wijze, ✝ 1133; de jongere (de proza-Edda) werd in 1682 ontdekt en is een handboek voor oud-Noordsche dichters geweest, waaruit zij de godenleer, de heldensagen benevens den versbouw leerden kennen, het wordt toegeschreven aan Snorri Sturleson; deze geleerde IJslander heeft althans veel tot de samenstelling er van bijgedragen. Beide Edda’s handelen over de daden en lotgevallen van Noordsche goden en helden en zijn een bron van kennis voor Noordsche folklore en mythologie.

< >