regeerde van 51 af met haar broeder Ptolemaeus over Aegypte. Door onlusten uit het rijk verdreven, vond zij in Julius Caesar te Alexandrië (47) een beschermer, die haar op den troon herstelde.
Na den dood van Caesar omhelsde zij de partij v. Antonius, en volgde dezen tegen Octavianus naar Actium (31); na de nederlaag v. Antonius bracht zij zich om het leven door een adderbeet (30).