1) stamvader der Aeoliërs.
2) zoon van Hippotes, lieveling der goden, van wie hij het recht verkreeg, deel te nemen aan hun maaltijden en tevens het bestuur over de winden. Hij woont op het mythische eiland Aeolia en zit daar op een rots, waarbinnen de winden opgesloten zijn; enkel den wind, die waaien moet, laat hij los uit den kerker, de overige blijven geketend achter.