Kleine klankschaaltjes met dunne wand klinken hoog en bel-achtig terwijl klankschaaltjes met dikke wand een zeer lange nagalm kunnen hebben of een naklinkende bel-achtige ondertoon. Lichte klankschalen en zwaardere, meer ruimtelijke klankschalen hebben ook een eigen klank met langgerekte harmonieën. Grote klankschalen vragen een hardere aanslag.
Klankschalen zijn echte oortesters die het verschil aanleren tussen vibrerende boventonen, warme en zwevende middentonen en resonant donkere ondertonen. Leer diverse golfbewegingen dubbelklanken en glijdende tonen van elkaar te onderscheiden.
Klanken die klinken als een knetterende bedrading na een blikseminslag, zijn niet het beoogde.
Gepubliceerd op 13-04-2024
oortesters
betekenis & definitie