(offerto’rium, obla’tie).
1. Het eerste hoofddeel van het H. → Misoffer, de opdracht van brood en wijn, bestemd voor de consecratie. Vroeger werden deze offergaven door de geloovigen in natura geschonken. Dit gebruik is slechts hier en daar bewaard gebleven en elders ontwikkeld tot het gebruik van → collecte, → stipendium, → fundatie, enz.
2. De zang onder de O., een → antiphoon; vroeger een geheele psalm.