heeten die boeken der H. Schrift omtrent welker canoniciteit (zie canoniek) niet altijd en overal overeenstemming heeft bestaan. Als zoodanig worden zij onderscheiden van de → protocanonische boeken. In canonische waardigheid doen ze echter voor de protocanonieke niet onder. Buiten de Katholieke Kerk worden ze dikwijls als → apocrief beschouwd.
De deuterocanonische boeken zijn: van het Oude Testament: de boeken Tobias, Judit, Baruk, Wijsheid, Ecclesiasticus, 1 en 2 Maccabeën, en eenige gedeelten van de boeken Daniël en Ester.
Van het Nieuwe Testament: de brief van Paulus aan de Hebreeën, de eerste en tweede brief van Petrus, de tweede en derde van Johannes, de brief van Jacobus, de Apocalyps en eenige verzen uit de Evangeliën van Marcus en Lucas.