(= weldaad), kerkelijk ambt, waaraan het recht op stoffelijke voordeelen en inkomsten en gewoonlijk ook verplichtingen verbonden zijn. De inkomsten bestaan gewoonlijk in het vruchtgebruik van onroerende goederen, jaarlijksche vaste renten door anderen te betalen, offeranden der geloovigen en stoolrechten (zie Jura stolae). De begiftiging ermede is aan paus of bisschoppen voorbehouden. In Nederland zijn er geen andere beneficies meer dan die der kanunniken en pastoors. De inkomsten ervan bestaan in een jaarwedde door den staat betaald of door het → kerkbestuur verzekerd. De wettige inbezitneming van een beneficie wordt → installatie genoemd. Degene, die een beneficie bezit is de beneficiant’.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk