gem. in de prov. N.
Brabant ten Z.W. van Breda op den weg naar Antwerpen (zie krt. dl. XVIII 624 B2), bestaande uit de kerkdorpen Z., Klein-Zundert, Achtmaal en Wernhout.
Opp. 8 908 ha; ong. 7 500 inw. (vnl. Kath., ca. 150 Prot.).
Landbouw', veeteelt en tuinbouw (aardbeien, frambozen, asperges, hard fruit). Groote boom- en bloemkweekerijen en tuinarchitectuur.
Industrie van sigaren, steen, pantoffels, hout. Te Wernhoutsburg aan de Belg. grens klein-seminarie van de pp.
Lazaristen; verder in Z. de Trappistenabdij „O.L.Vrouw van Toevlucht” en een meisjespensionaat van de Franciscanessen van Roosendaal. De moderne Kath. kerk bezit zeldzaam meubilair: een marmeren hoofdaltaar, in gedeelten opgesteld, uit de 17e eeuw, afkomstig van de St.
Michaëls-abdij te Antwerpen, evenals twee zijaltaren met schilderstukken van E.
Quellinus en Ph.
Fruytiers. In Z. is veel natuurschoon: Wallsteyn, De Moeren, de Buissche heide, Maxburg, Fransche Mast.
Langs De Moeren stroomt de oude, vervallen turfvaart met eenmaal turfafvoer naar Breda. Het moeras De Krochten heeft zeldzame planten.
Groeiend toerisme.Lit.: H. van der Hoeven, Bijdragen tot de kennis der gesch. van Z. en Wernhout (1920); H. J. M. Kunst, Oud-Z. (1927).