In den meest algemeenen zin kunnen en moeten alle menschen zondaren genoemd worden, omdat allen met de → erfzonde besmet geboren worden en door de begeerlijkheid allen tot de zonde geneigd zijn. In meer eigenlijken zin is zondaar ieder, die na een persoonlijke zonde begaan te hebben, deze niet door biecht en boete heeft uitgewischt en dus in staat van zonde verkeert (→ Zonde).
Gewoonlijk wordt, althans in Katholiek spraakgebruik, de term nog enger gebruikt voor degenen, die zich weinig of niet om de Wet Gods bekommeren en daar gemakkelijk en herhaaldelijk tegen misdoen.Het geloofsgeheim van de Gemeenschap der Heiligen openbaart ons, dat wij gebeden en goede werken kunnen verrichten om daardoor de bekeering der zondaars te verkrijgen of om voor de zonden van anderen te boeten, hetgeen ook toepasselijk is op de zielen in het vagevuur. Van dit Mystieke Lichaam is Christus het hoofd. Hij is ons voorgegaan door het Godmenschelijk offer van zijn leven voor de zonden der wereld. In dit offer kunnen wij deelen en aldus genade voor ons zelf en voor onze medemenschen verkrijgen. Vandaar in de Katholieke Kerk de vele oefeningen van boete en eerherstel voor de zondaars. De Kerk heeft door het hechten van aflaten aan vele goede werken en gebeden dit uitboetend karakter er van nog sterker doen spreken en bevestigd.
Vooral de godsvrucht tot het H. Hart van Jesus heeft deze eereboete sterk verspreid en bevorderd. Een bijzondere vermelding verdient hierbij de aartsbroederschap van het II. Hart van Jesus in doodstrijd, geheel op eereboete ingesteld. Bij tal van gelegenheden roept de Kerk ook de geloovigen op tot gebed en boete voor de zondaars, vooral ten tijde van de zgn. → volksmissiën, gepredikt vooral ter bekeering der zondaars, waarbij het zondaarsklokje wordt geluid om allen in het gebed, in de kerk voor de zondaars gedaan, te doen deelen. Dit gebruik komt ook buiten dit verband voor. Des avonds van halfnegen tot negen uur luidt te Nijmegen van de Sint Stevenskerk de „zondaarsklok”.
Ook buiten de Katholieke Kerk leeft dit schuldbesef met drang tot bekeering en boete sterk. In het ritueel van het Leger des Heils moet de nieuw opgenomene op het zgn. zondaarsbankje plaats nemen tot betuiging van zijn schuld en erkenning van Gods begenadiging. In vele godsdiensten werden offers opgedragen tot uitboeting van zonden en betuiging van bekeering. Niets is ook menschelijker en waardiger.