Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zink

betekenis & definitie

In zijn chemische eigenschappen is z. een vrij zwak basis-vormend element, uitsluitend tweewaardig optredend; teeken Zn, atoomgewicht 65,38, rangnummer 30, smeltpunt 419,4° C, kookpunt 907° C, soortelijk gewicht 7,14. Het staat in de tweede kolom van het periodiek systeem, met cadmium en kwik een natuurlijke familie vormend.

De belangrijkste verbindingen zijn;1° het ➝ zinkoxyde (ZnO), hetwelk op groote schaal technisch gewonnen en als wit pigment (zinkwit) gebruikt wordt. Andere namen voor deze stof zijn nog: cadmia fornacum, flores zinci, lana philosophica, nihilum album, Ofenbruch, pompholyx, spodos, tutia.
2° Het sulfide (➝ lithopone). Het chloride wordt in sterke oplossing gebruikt voor de fabricage van vulcanfiber en als soldeerwater en in de geneesk. als desinfectans, o.a. in oogwaters en als bijt- of etsmiddel in den vorm van pasta of staafjes ter vernietiging van gezwellen. ➝ Zinksulfaat en -oxyde vinden ook toepassing in de pharmacie in den vorm van oplossingen, zalven en pasta’s.
Z. komt voor als carbonaat (➝ galmei), als sulfide (➝ zinkblende), als silicaat (kiezelgalmei) en op één plaats (Franklin, New Jersey) als oxyde (zinkiet). Zie ook ➝ Zinkertsen. De eerstgenoemde ertsen worden geroost tot het oxyde en dit met kool in een retort verhit, waarbij z. overdistilleert. De laatste tien jaren zijn ook vsch. processen uitgewerkt om z. electrolytisch te winnen; het aldus verkregen z., bijna een derde van de totale productie, is bijzonder zuiver en daardoor zoo zacht, dat het bij gewone temp. uitgewalst kan worden. Gewoon z., hetwelk ca. 1 % lood bevat, moet tot dit doel nl. op 120° C verhit worden. Nog harder (bij geen enkele temperatuur te bewerken) is het „hardzink” met enkele procenten ijzer; dit scheidt zich op den duur af uit het gesmolten z., dat tot galvaniseeren gebruikt wordt.

De wereldproductie bedraagt ca. 1 500 000 t, waarvan de Ver. Staten ca. ¼ leveren; Canada, Mexico, Australië, Duitschland en Italië ieder ca. 1/10. Globaal genomen wordt ⅓ verwerkt tot messing, een ander derde tot zinkwit en lithopoon, ⅙ tot platen, buizen enz., terwijl het laatste zesde gebruikt wordt voor ➝ galvaniseeren. Z. heeft de gelukkige eigenschap in voldoende mate voor te komen in die landen, welke het ook verwerken, zoodat het geen oorlog-verwekkend metaal is.

Z. behoort niet tot de van ouds bekende → metalen. In China en Indië was het veel eerder bekend dan in het Westen, waar het in het begin der 17e eeuw uit het Oosten doordrong onder den naam calaem. In den loop dier eeuw werd het op verscheidene plaatsen in Duitschland gewonnen; hier kreeg het ook naar het uiterlijk van het erts (zackig; dialect: zinckig) zijn tegenwoordigen naam. De eerste winning op technische schaal vond plaats in Engeland omstreeks 1730. Het heette hier spelter, een naam, dien men nog wel een enkele maal in de Eng. lit. aantreft. Zernike.

< >