(Anarrhichas lupus L.), een soort van de fam. der slijmvisschen van de orde der beenvisschen. Lang, samengedrukt lichaam; de rugvin over de geheele bovenzijde; buikvin ontbreekt.
Het gebit bestaat uit sterke kegelvormige tanden in de kaken en meerdere rijen stompe tanden daarachter. Hij kan 2 m lang worden.
De bovenzijde is bruingeel, de onderzijde witgrijs. Hij is bij N.
Schotland niet zeldzaam en komt af en toe ook aan de Zuidelijker kusten (o.a. de Ned.) voor. Voedsel: schaaldieren en mossels.
Hij is niet alleen gevaarlijk door zijn gebit, maar ook door de woede, die hem soms bevangt. Keer.