Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zaltbommel

betekenis & definitie

gemeente en stad in de prov. Gelderland, in het N. van de Bommelerwaard aan den linker Waaloever.

Opp. 1 295 ha. Ruim 5 000 inw. (67 % Ned.

Herv., ruim 22 % Kath., 4 % Geref., overigens verdeeld, 3 % onkerkelijk). Bestaansbronnen: handel (marktcentrum, weekmarkt); industrie (scheepsbouw, drukkerij, linnen knoopen, sigaren en tabak).

In de omgeving: land- en tuinbouw (belangrijke groenten- en fruitveiling). Belangrijke scheepvaartverbindingen op Rotterdam en Duitschland.

De spoorlijn Utrecht—Den Bosch, autobuslijnen en de vaste Waalbrug maken van Z. een centrum van landverkeer. Z. heeft een Rijks-H.B.S., ambachtsschool en avondteekenschool.Merkwaardigheden. Vroeger een vesting, maar toch tamelijk ruim gebouwd. De St. Maartenskerk, waarvan het koorgedeelte uit de 13e e., de mooie toren uit de 15e eeuw stamt, is tusschen 1907 en ’IO gerestaureerd. De Gasthuistoren (15e eeuw), los staande van de vroegere Gasthuiskerk, bevat een merkwaardig uurwerk en carillon. Het Huis van ➝ Maarten van Rossum is thans kantongerecht.

De Oudheidkamer van Zaltbommel en Bommelerwaard omvat rijke collecties antiquiteiten. Van de poorten is nog een deel van de Waterpoort met waltoren (15e eeuw) over. Vele fraaie oude woonhuizen. Heijs.

< >