(Salmonidae), een fam. van de orde der beenvisschen. Het zijn beschubde visschen met een gerekt, rondachtig lichaam, een vetvin zonder vinstralen achter de rugvin; de tanden ontbreken of zijn zeer fijn, bij andere weer krachtig.
De zeebewoners zwemmen om kuit te schieten de rivieren op (➝ Zalm); de zoetwaterbewoners houden van helder, koud water op steenigen bodem. De voornaamste soorten zijn: de zalm, de zalmforel, de meerforel, de forel en de regenboogforel (zie voor de laatste het art. ➝ Forel); de kapelaan (Mallotus villosus Müll.), tot 18 cm lang, leeft in groote menigte in de Ijszee en speelt daar een groote rol voor de visscherij; verder de ➝ spiering; de ➝ houting.
Keer.