Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zadel

betekenis & definitie

1° (geol.) a) Germanisme voor ➝ pas. b) Germanisme voor plooirug of anticlinale. Hier is het gebruik bijzonder onjuist, want een zadel heeft een anderen vorm dan een normale plooirug.

Hoogstens zou men een inzinking (depressie) in een plooirug een z. kunnen noemen. ➝ Plooi; Plooiingsgebergte. Jong.2° (Palaeont.) Voor de zadels der ➝ ammonoidea, zie aldaar.

< >