Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Zaan

betekenis & definitie

belangrijk boezem- en vaarwater in de prov. N.

Holland (zie krt. dl. XVIII 672 A 3-4), tusschen Noordzeekanaal (waarmee het verbinding heeft door het zgn.

Zijkanaal G) en Noord-Hollandsch kanaal (waarmee het o.a. verbonden is door de Markervaart). Aan de Z. liggen belangrijke gem. zooals Zaandam, Koog-aan-de-Zaan, Zaandijk en Wormerveer, die met Krommenie, Westzaan, Wormer en ook nog Assendelft en Jisp de Zaanstreek vormen, economisch zeer belangrijk, dank zij de gunstige ligging en het water de Z., dat bevaarbaar is voor schepen tot 2 000 ton.

De Zaanstreek is een onderdeel van Nederlands grootste industriegebied: ➝ Noordzeekanaal en omgeving. In vroeger eeuwen was hier veel zeescheepvaart, -handel en -visscherij, o.a. walvischvaart.

Nu is nijverheid hoofdzaak, die betrekking heeft op hout, papier, metaal, biscuit, cacao, chocolade, verwerking van zaden, verf, linoleum, enz. De bewoners, van Friesche afkomst, zijn sterk gemengd met immigranten uit andere Eur. landen, veelal religieuze en politieke vluchtelingen, die cultureel en economisch (nieuwe takken van nijverheid) grooten invloed hadden (vgl.

Kruyt, De Bevolking v. d. Zaanstreek, in: Tschr.

Mensch en Maatschappij, 1928).

Deze streek is de meest onkerkelijke van Nederland: 40-50 % van de bevolking.

De dorpen zijn streekdorpen, uitgezonderd Zaandam. Er is een streven, de zeven eerstgenoemde gemeenten tot een geheel samen te voegen, dat dan ong. 6 600 ha groot zou zijn. van der Meer.

< >