1° Franz, dirigent; vader van 2°. *28 Jan. 1832 te Munster i. W., ✝ 7 Sept. 1902 te Braunfels a. d.
Lahn. Achtereenvolgens dirigent te Aken, München (waar hij von Bülow aan de hofopera opvolgde en de eerste opvoeringen van Wagner’s Rheingold en Walküre leidde), Dresden, Berlijn en Keulen.
W. was eveneens een verdienstelijk pianist en componist.Lit.: E. Wolff, Fr. W. (in: Westfalische Lebens-berichte, II, 2, 1931).
2° Ludwig, zanger en declamator; zoon van 1°. * 19 Aug. 1858 te Munster i. W., ✝ 22 Maart 1938 te Berlijn. Studeerde germanistiek en werd in 1884 privaat-docent te Münster. Werd daarop zanger en tooneelspeler (o.a. onder Reinhardt). Zijn grootsten roem verwierf hij als declamator, o.a. met Schillings’ Hexenlied (tekst van von Wildenbruch).
Lit.: Franz Ludwig, L. W. (in: Zeitschr. v. Musik, C 801 1930). Koole.