1° Hoofdstad van het Eng. graafschap Worcestershire aan de rivier de Severn (zie krt. dl. XII 464 E5).
Ca. 50 000 inw. Zetel van een Anglic. bisschop.
Fabr. van lederwaren, porselein en voedingsmiddelen.Het belangrijkste bouwkundige monument is de kathedraal, met een zeer bijzondere krypte, bestaande uit één vierbeukige en drie tweebeukige ruimten, dateerende van ca. 1084: vroeg-Romaansche zuiltjes met teerlingkapiteelen, waarop verhoogde kruisgewelven. Iets jonger is het kapittelhuis (begin 12e e.), met een merkwaardigen ronden plattegrondvorm (uitwendig tienhoekig). De twee Westelijke traveeën van het langschip der kerk, gebouwd ca. 1170, vertoonen overgangsvormen van Romaansch naar Gotiek. Na instorting van den toren in ] 175 en een ernstigen brand in 1202 volgde een intensieve herstelling en herbouw in vroeg-Gotische vormen (de canonisatie in 1203 van den stichter, Wulstan, droeg veel bij tot het enthousiasme voor den nieuwen bouw). In 1218 werd de kerk opnieuw gewijd. Het geheele koor, de Lady Chapel en het Oostelijke transept dateeren uit deze periode.
Begin 14e e. werd de herbouw van het driebeukige schip ter hand genomen en, na een onderbreking door een pestepidemie, in laat-Gotische vormen voltooid. In dezen stijl zijn ook de vieringtoren (Westtorens ontbreken), het Noorderportaal en de kruisgang gebouwd (1376 vlg.). v. Embden.
2° Landstadje in de Kaapkolonie, middelpunt van een ooftbouwdistrict; vooral druiven: productie van wijn en brandewijn; aan de samenvloeiing van Hex- en Breederivier. Zoo genoemd door Lord Charles Somerset naar een zijner adellijke familieleden. Ca. 9 000 inw., waarvan de helft blanken. Doofstommen- en blindeninrichtingen, de oudste van Z. Afrika. Besselaar.
3° Stad in den staat Massachusetts; ca. 200 000 inw. Industriestad met machine-, werktuigen-, instrumenten-, schoenen- en textielindustrie. Van de onderwijsinstellingen moeten genoemd worden: Clark University, polytechnische school en Kath. seminarie. Comijn.