Dichter. * Ca. 1170 te Ober-Eschenbach, bij Ansbach, † ca. 1220. Uit een ministerialengeslacht, trad hij aan verschillende hoven als dichter op, van Wertheim, Wildenberg, Thüringen.
Een der drie groote epische dichters van Duitschland in de middeleeuwen. Naast Parzival (tusschen 1197 en 1210) heeft men van hem nog een Sigune und Schionatulander, meestal verkeerdelijk Titurel genoemd, en een fragmentarischen Willehelm von Oranze.
Ook als Minnesinger had hij een goeden naam. Hij is misschien de diepzinnigste der epische dichters; de ernst van zijn levensopvatting, die wel door de mystieke verzuchtingen van het Joachimisme schijnt beïnvloed te zijn, is toch bij hem getemperd door den zin voor humor, die hem meermaals beelden uit de eigen omgeving aan de hand doet.
Zijn zedelijk ideaal staat zeer hoog. Maar hij mist techniek en vormschoonheid en drukt zich gaarne uit in een gezochte en gekunstelde taal.Uitg.: Lachmann (1833; vijfde uitg. bezorgd door Weinhold, 1891).
Lit.: Ehrismann, Gesch. der d. Lit. bis zum Ausgang des Mittelalters (II21927, alwaar ook andere uitg.); J. C. Daniels S.J., W.’s Parzival, S. Joannes der Evangelist.... (1937;.
V.Mierlo.