Een belasting, welke wordt geheven van de winst van ondernemingen; in het bijzonder heeft men dan op het oog ondernemingen welke onder den rechtsvorm van een → naamlooze vennootschap worden gedreven. Een w. wordt in vrijwel alle landen [o.a. in Ned.-Indië, België (zie beneden), Duitschland, Frankrijk, Engeland] geheven.
In eenige landen worden bovendien de door een N.V. uitgedeelde winsten nog in de gewone inkomstenbelasting getroffen, in andere landen wordt dit voorkomen. In Nederland wordt tot dusver geen w. geheven; in September 1938 is zij door de regeering aangekondigd. Wel worden in Nederland de door de naaml. vennootschappen uitgedeelde winsten en, tot op zekere hoogte, de door haar betaalde salarissen getroffen én in de dividend- en tantièmebelasting én in de → inkomstenbelasting.Lit.: Tal van tijdschriften bevatten voor en na artikelen over het vraagstuk van de w. Verwezen wordt hier slechts naar: Popitz, Einkommensteuer (onderdeel VII, in: Handwörterbuch der Staatswissenschaften III 1925); Schulz, Die Besteuerung der Aktiengesellschaften (in: Finanz. Archiv, neue Folge, Bd. 2, Heft 2); Wibaut, Winstbelasting van naaml. vennootschappen, praeadvies Ver. v. Belastingwetenschap en verslag van het debat (Geschriften nr. 12 en 13 van genoemde vereeniging, 1930), en de aldaar aangehaalde literatuur.
In België wordt de benaming w. niet gebruikt, alhoewel in feite de inkomstenbelastingen w. zijn. Meer bepaald wat de winsten betreft, die uitgekeerd of betaalbaar gesteld worden door de naamlooze vennootschappen en andere vennootschappen op aandeelen, is de → mobiliënbelasting toepasselijk. De aldus uitgekeerde of betaalbaar gestelde sommen zijn niet onderworpen aan de → bedrijfsbelasting. De winsten van de vennootschappen, welke niet uitgekeerd worden, vallen onder laatstgenoemde belasting.
Rondou.