typisch Hollandsch bouwwerk, dienende om den wind als drijfkracht te benutten. De wieken, bestaande uit twee gekruiste balken (de molenroeden) met houten roosters ter ondersteuning der molenzeilen, verkrijgen door den wind een draaiende beweging en brengen deze door middel van de molenas en een stel eikenhouten tandwielen over op een verticale spil.
Onderaan de spil zijn dan de bedrijfswerktuigen, zooals molensteenen, oliepersen, houtzagerij, scheprad, viizelpomp e.d. gekoppeld. Zie ook ➝ Molen (met platen) en de afb. in kol. 521/522 in dl.
IV.