Eng. schrijver. * 18 Juli 1811 te Calcutta, ✝ 24 Dec. 1863 te Londen. Hij kreeg zijn opleiding in Engeland. Door ongelukkige speculaties gedwongen in zijn eigen onderhoud te voorzien, begon hij te schrijven in Frazer’s Magazine (The Great Hoggarty Diamond, 1841; Barry Lyndon,1844).
Bekend en gewaardeerd werd hij door zijn bijdragen in Punch (The Book of Snobs,1846). Het keerpunt in zijn loopbaan was de publicatie in maandelijksche afleveringen van Vanity Fair, met eigen illustraties (l847-’48). In 1851 hield hij in Londen, en in 1852 in Amerika, voordrachten over de Eng. humoristen van de 18e eeuw, in 1855 in Amerika over The four Georges.
Naast Dickens is T. de voornaamste humoristische romanschrijver uit de eerste helft van de 19e eeuw. Terwijl Dickens tot het hart en de verbeelding spreekt, richt T. zich tot het critisch intellect. Zijn kijk op het leven is cynisch, maar zijn cynisme en ironie zijn vaak slechts een masker om zijn sympathie te verbergen.
Verdere werken: Pendennis (1850) ; Henry Esmond (1852); The Newcomes (1855) ; The Virginians (1859).
Uitg.: Works (24 dln. 1877-’79).
Lit. : Saintsbury, A consideration of T. (1931). Beek.