Te Willendorf bij den Donau (Oostenrijk) werd in Aurignacien-cultuurlagen een naakt wouwenbeeldje (11 cm hoog) gevonden (1908), dat uit kalksteen gehouwen werd. Kenmerkend zijn de zware proporties.
Het haar, dat met concentrische kringen rond het hoofd gevlochten is, ligt zoo laag op het voorhoofd en het hoofd is zoo sterk naar voren geneigd, dat de gelaatstrekken niet weergegeven zijn. Deze „Venus van Willendorf”, waarmee wellicht bedoeld werd een ideale voorstelling der vrouw te scheppen, is een der oudste en belangrijkste producten der Quartaire plastische kunst.Lit.: Schuchardt, Alteuropa (1926); Ebert, Reallexik. d. Vorgesch. (s.v. Kunst, VII 1926; Österreieh, IX 1927).