Barbier, aanklager van Cornelis de Witt. * Ong. 1642 te Oud-Beierland, ✝ ong. 1714 te Den Haag. T., woonachtig te Piershil, was in naam van Corn. de Witt, die ruwaard van Putten was, wegens verschillende misdrijven vervolgd; T. beschuldigde hem in 1672 van moordplannen tegen Willem III. T. is daarna door Willem met een jaargeld begunstigd. Toen dit na ’s prinsens dood (1702) niet meer werd uitbetaald, verviel Tichelaer tot groote armoede.
J. D. M. Cornelissen.