Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Willem de Mérode

betekenis & definitie

Pseud. van Willem Eduard Keuning, Ned. letterkundige. * 2 Sept. 1887 te Spijk. Als dichter belijdt M. altijd zijn Christelijke levensopvatting; hij is de meest beduidende en erkend-leidende figuur onder de zgn. Jong-Protestanten.

Zijn lyrisch talent, dat zeer vruchtbaar is, wekt herinneringen aan het werk van zijn laat-17e-eeuwsche geloofsgenooten, zonder het eigen modern geluid prijs te geven. In o.a. zijn vertalingen van psalmen bereikt zijn sterk vermogen een grootheid, die hem een bijz. plaats in de Ned. letteren blijvend verzekert.Werken: o.a. Gestalten en Stemmingen (1915); De Overgave (1919); Het kostbaar Bloed (1922); Kwatrijnen (1923); De donkere Bloei (1926); De steile Tocht (1930); Langs den Heirweg (1932); De stille Tuin (1933); Psalmen (1934); Doodenboek (1934); Geestelijke Liederen (bloemlezing, 1935); Kringloop (1936); Verzen over ’t Boerenbedrijf (bloemlezing, 1936). Onder pseud. Joost van Keppel: Aanroepingen (1917); Claghen (1927).

Nypels.

< >