Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Willem Anthony Paap

betekenis & definitie

Ned. prozaschrijver. * 21 October 1856 te Winschoten, ♱ 7 Jan. 1923 te Zeist. Studeerde eerst rechten en na een aantal satyrieke opstellen in tijdschriften en een eersten bundel Bombono’s (1884) te hebben gepubliceerd, was hij in 1885 de meest voortvarende en zaakkundig de meest bevoegde mede-oprichter van de Nieuwe Gids. Het volgend jaar verliet hij reeds de redactie, omdat hij zich niet vereenigen kon met de uitsluitende woordkunstbeoefening der → Tachtigers. Hij gevoelde zich aangetrokken tot de strijdbare socialisten uit den eersten tijd en werd een bekende figuur in de Amsterdamsche vergaderingen.

Na zijn Jeanne Colette (1896), den eersten waarlijk Amsterdamschen zedenroman, waarin scherpe karakteristieken staan over zijn tijdgenooten, hekelde hij uiterst scherp de exclusief-artistieke letterkunde-productie van de Nieuwe-Gidsers in zijn sleutelroman Vincent Haman (1898). Hij verdedigde hierin het goed recht van het optreden der Tachtigers tegen de vorige generatie, maar scherper nog verweet hij den aestheten onder de literatoren hun tekortkomingen tegenover de maatschappij en tegenover het leven. Deze roman, die de meest juiste critiek op de beweging van ’80 gaf, werd, na eenige felle critieken, doodgezwegen, in 1908 herdrukt, waarbij P. in een voorwoord zijn bedoeling nog eens kort formuleerde, en in 1936 nogmaals herdrukt met een belangrijke inleiding door Menno ter Braak. Na 1901 woonde hij eenige jaren in Berlijn, waar hij enkele werken in het Duitsch schreef, die door zijn vrouw vertaald werden, en ook Nederlandsche: Een grachtidylle (tooneelsp. 1908); De doodsklok van het Damrak (1908); De kapelaan van Liestermonde (1910, een nogal vulgair, anti-Kath. boek).

Deze laatste werken van P. naderen tot het peil der schandaal lectuur.Lit.: Frans Erens, in: Mercure de France (Jan. 1897); M. ter Braak, in : Het tweede gezicht (1935) ; id., Inl. Vincent Haman (81936); R. Brulez, W. P. (in : Dietsche Warande en Belfort, 1937); de Vooys (in: N. Taalgids XVII). Piet Visser.

< >