Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wilde eend

betekenis & definitie

Anas boschas (ook: A. platyrhyncha). In prachtkleed heeft het mannetje kop en hals zwart met groenen glans, halskraag wit, keel en borst bruin, zijden grijs, vleugelspiegel blauw met zwarten en witten band.

Het wijfje is bruingeel met donkere vlekken en lichte randen; schachtstrepen zwart; blauwe spiegel minder glanzend. Een typisch verschil vormt het paar gekrulde staartveeren van het mannetje.

De w. e. is de meest voorkomende eendensoort; in onze streken overal broedend, meest op den grond, ook wel eens op knotwilgen. Zij is een alleseter: weekdieren, kikkers, eendekroos, zaden, stengels en vischbroed, alles is van haar gading. Bernink.

< >