Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wijmbritseradeel

betekenis & definitie

gem. in het Z. van Friesland (zie kaart deel XI 208, nr. 23), rond Sneek; opp. 15 007 hectare, omvattende Abbega, Folsgare, Gaastmeer, Gauw, Goënga, Heeg, Hommerts, Idzega, Indijk, Jutrijp, Loënga, Nijhuizum, Offingawier, Oosthem, Oppenhuizen, Oudega, Sandfirden, Scharne-goutum, Smallebrugge, Tjalhuizum, Tirns, Uitwellingerga, Westhem, Wolsum, Woudsend, IJpecolsga en IJsbrechtum. De zetel der gem. is te Sneek.

Ca. 11 750 inw. (1938), waarvan 83 % Prot., bijna 14 % Kath. (behoorend tot de parochies Heeg, Woudsend, Sneek en Sensmeer of Blauwhuis) en 3 % onkerkelijk. Er is vnl. veeteelt met zuivelindustrie op den kleibodem met daarnaast eenige visscherij en door de talrijke wateren veel waterverkeer en -toerisme.

De waterwegen van Groningen en Leeuwarden over Lemmer en Stavoren gaan deels door deze gem., die waarschijnlijk naar een der belangrijkste wateren, de Wijmerts (tusschen Slotermeer en Ijlst) genoemd is. Verder loopt door W.: de Geeuw.

De gem. omsluit 2 andere gem.: Sneek en IJlst.

< >