Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wespen

betekenis & definitie

zijn vliesvleugelige insecten, die tot vsch. fam. behooren. Sommige bezitten een legboor en missen de „wespentaille”: hout-en bladwespen.

Galwespen en sluipwespen hebben legboor en wespentailie. Angeldragend zijn goudwespen, graafwespen en de echte w. (Vespidae).

Deze laatste bezitten niervormige oogen en vouwbare vleugels en brengen pijnlijke steken toe. Enkele der echte w. leven solitair (muurwesp), de meeste echter in staten.

Hierin vindt men één koningin, die ook alleen overwintert. De nesten bevatten raten uit leem of papierstof.

Bekende soorten, die in onze streken voorkomen, zijn de ➝ gallische wesp en de ➝ hoornaar. Zeer algemeen is de gewone wesp.

Zij lijkt veel op de ook alg. voorkomende Duitsche wesp (Vespa germanica), die eveneens geel met zwart gekleurd is en nesten bouwt met duizenden bewoners. M. Bruna.

< >