1° Adriaen van der, schilder. * 1659 te Kralingen, † 1722 te Rotterdam. Leerling van Eglon van der Neer en sterk beïnvloed door Fr. v.
Mieris. Hij schilderde portretten en mythologische stukken in een gladde, porseleinachtige manier, die in zijn tijd hoog betaald werden.
Hij is een typische vertegenwoordiger van den vervaltijd onzer groote schilderschool.Lit.: v. Wurzbach, Nied. Künstlerlex. Schretlen.
2° Pieter Adriaansz. van der, zeemtouwer, magistraat van Leiden. * 14 Juni 1529 te Leiden, † 5 Jan. 1603 aldaar. Vluchtte voor Alva en werd een der voornaamste agenten van Oranje in Oost-Friesland en elders in samenwerking met Van Wesenbeke. In Juni 1572 terug naar Leiden. 17 Mei 1573 tot burgemeester gekozen, sedert Nov. 1573 eerste burgemeester en als zoodanig belast met de leiding tijdens het beleg. Ca. 1580 organiseerde hij mede de „nieuwe draperie” der geïmmigreerde Vlamingen.
J. D. M. Cornelissen.