Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Waver

betekenis & definitie

1° (Fr.: Wavre) stadje en hoofdplaats van kanton in Waalsch-Brabant, aan de Dijle; opp. 2146 ha; ca. 8500 inw.; dekenaat met 20 parochiën; bisschoppelijk klein-seminarie voor het Waalsche gedeelte van het aartsbisdom Mechelen te Neerwaver; papierfabrieken, leertouwerijen, ijzergieterijen, landbouw. Nabij de mooie, oude hoeve „L’Hosté” te Neerwaver werden de grondslagen van een der grootste Belgo-Romeinsche villae opgegraven.

W. ontving vrijheidsbrieven van hertog Jan I in 1293. Te Neerwaver was een Benedictijner priorij, afhangend van de abdij Affligem, opgeheven in 1796.

In de kerk aldaar is het beeldje van O. L.

Vr. van Peis nog het middelpunt van een drukke bedevaart.Lit.: Dens en Pols, L’Hosté, villa belgo-romaine à Basse-Wavre (in: Ann. Soc. Arch. Brux. XIX, 303-343); F. de Jaer, Wavre (1938). Lindemans.

2° Scheepvaartweg en boezemwater in de gem. Ouder-Amstel en Vinkeveen.

< >