Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Wasschingen

betekenis & definitie

(liturgische). Godsdienstige afwasschingen en baden treft men bij de groote volken der Oudheid aan.

Men ontmoet ze herhaaldelijk in den Bijbel. De Kerk nam ze over als symbool van inwendige reinheid.

Oudtijds kenden zoowel het Westen als het Oosten het cultische bad vóór het ➝ Doopsel. Het Doopsel zelf is een sacramenteele wassching.

De Kerk kent ook nog niet-sacramenteele afwasschingen: die der altaren, kelkdoeken, handen en voeten (zie ➝ Voetwassching), soms ook vóór een laatste altaarwassching. Te gelegener tijd geschiedt de wassching der kelkdoeken door een geestelijke, die een hoogere wijding ontving.

De wassching der handen komt voor onder de Mis en bij het toedienen van sommige sacramenten.Lit.: Dict. d’Arch. chrét. et Lit. (s. v. Bains).

Verwilst.

< >