Willem Hendrik, Ned. letterkundige. * 4 Oct. 1782 te Amsterdam, ✝ 19 Oct. 1857 aldaar. Vervaardigde breedsprakige dichtstukken en talrijke historische drama’s.
Voorn. werken: Tooneel: De ontkoming van Hugo de Groot (1820); Pieter Dirkszoon Hasselaer (1821); Nathan van Geneve (1824); De weduwe van Albrecht Beyling (1827); Slag op de Zuiderzee (1831); Scipio en de Spaansche bruid (1833); De dood van Willem I (1836); Alanghoe (1838); Adam Scheffer (1843). Poëzie: o.m. De Toekomst (1827); Gedichten (1828); Lorenzo en Blanca (1839); Uit den Vreemde (1857).