Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vuistwig

betekenis & definitie

De v. is het voornaamste werktuig en wapen van den mensch uit het Oud-Palaeolithicum. Ze is een ruwe vorm van bijl, min of meer wig- of amandelvormig uit een vuursteen of een ander gesteente van de grootte van een menschenhand geslagen en voorzien van een scherpe punt aan de spits en van een snede aan de zijkanten. De dikke basis paste goed in de vuist en men neemt alg. aan, dat de v. met de bloote vuist gehanteerd werd, alhoewel het niet uitgesloten is, dat lichtere exemplaren voor het gebruik in een schacht gemonteerd werden. Lit.: Déchelette, Manuel d’Archéologie Préhist. Celt. et Gallo-Rom. (I 1908); Menghin, Weltgeschichte der Steinzeit (1931).

R. De Maeyer.

< >