Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Vrijdenker

betekenis & definitie

Deze naam (ook: Freidenker, freethinker, libre penseur) werd in de 18e eeuw, vooral in Engeland, gegeven aan de →Deïsten, die de openbaring verwierpen; maar beduidt sinds 1850 degenen, die het Godsbestaan ontkennen en iederen godsdienst bestrijden (Godloozen). Hun organisaties, waartoe echter lang niet alle v. behooren, zijn: de →Dageraad (orgaan: De Vrijdenker), de Proletarische Vrijdenkersclub in Nederland (orgaan: De Proletarische Vrijdenker), en de Ligue matérialiste de Belgique (orgaan: La Pensée Prolétarienne); de beide laatste zijn communistisch van stichting en oriëntatie. Zie ook →Godloozenbeweging.

Lit.: Algermissen, Die Gottlosenbewegung und ihre Überwindung (Kath.; 1935). Pauwels.

Vrijdenker als slagwoord. Het Engelsche Freethinker kwam reeds in de 17e eeuw op, maar werd modeslagwoord vooral door Collin’s ,,A discourse of freethinking, occasioned by the rise and growth of a sect called Freethinkers” (1713) en drong vervolgens op het continent door. C. Brouwer.

< >