(boschb.). Aan boomstammen, vnl. van loofhoutsoorten, vindt men vaak eigenaardig gevormde, in de lengte van den stam loopende uitstulpingen, ontstaan door overgroeiing van scheuren, die soms plotseling bij strenge vorst optreden. Vrijstaande boomen zijn er het meest aan onderhevig. De v.-lijsten verminderen de techn. waarde van het hout.
Sprangers.