of kloaakdieren (Monotremata), een onderklasse der zoogdieren. De v. wijken zeer van de andere zoogdieren af. De mond, waarvan de kaken met leer of hoorn bekleed zijn, is geheel tandeloos. Behalve de gewone sleutelbeenderen bezitten zij, zooals de vogels, nog een paar ravenbekssleutelbeenderen.
De urineleiders en endeldarm eindigen in één ruimte, de kloaak. Op de schaambeenderen zitten, zooals bij de buideldieren, buidelbeenderen. V. leggen eieren met een grooten dooier en een perkamentachtige schaal. Er zijn twee families: die der → mierenegels en die der vogelbekdieren.
De fam. der vogelbekdieren (Ornithorhynchidae) leeft in Z. Australië en op Tasmanië. Er is slechts één soort: het vogelbekdier (Ornithorhynchus anatinus Shaw), 70 cm lang, een waterdier met groote zwemvliezen tusschen de teenen.
De kop eindigt in een snavel, die op dien van een eend gelijkt en ook op dezelfde wijze voedsel opneemt.
Het lichaam is met een dichten pels bekleed. Aan den waterkant graaft het v. een hol met een opening onder water en een andere op vasten wal; daarin legt het wijfje de eieren (meestal twee), die door haar uitgebroed worden.De fossiele vormen van v., die voorkomen in Pleistocene afzettingen van Australië, komen in bouw geheel met de Recente overeen.
Keer.