Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Viscositeit

betekenis & definitie

(syn.: Inwendige wrijving) (natuurk.), eigenschap der fluïda, welke, als gevolg van de onderlinge wrijving der moleculen, een demping van de bewegingen in deze fluïda ten gevolge heeft.

De v. is functie van de grootte van het molecuul, van den associatiegraad, van den electrischen toestand van het milieu (pH in colloïdale oplossingen), van de temperatuur. Hoe grooter de moleculen, de associatiegraad, de hydratatie (zware oliën, eiwitten, arabische gom, verzadigde oplossingen van vele zouten), hoe grooter de v. Hoe kleiner de moleculen en de associatiegraad (ether, alcohol, benzol, water), hoe grooter de fluïditeit. Deze vermeerdert ook voor meest alle vloeistoffen bij stijging der temperatuur. Bij gassen is de v. veel kleiner dan bij vloeistoffen.

Men bepaalt de v. door middel van viscosimeters. Die bepaling berust op drie verschillende methoden: .

1° demping van een oscilleerenden bol of schijf in de vloeistof;
2° demping van een oscilleerenden, met vloeistof gevulden bol; vooral
3° laminaire (Poisseuille’sche) ➝ strooming in capillairen (viscosimeter van Ostwald).

Deze laatste methode is de eenvoudigste, de nauwkeurigste en de meest gebruikte. Voor de uitvloeiing door een horizontale capillair bestaat de volgende formule: D = π pr4/8l η, waarin η de viscositeitscoëfficiënt is, D het debiet (cm3 per sec), p de hydrostatische druk, l en r resp. de lengte en de inwendige straal van de capillair. De v. speelt een groote rol bij de demping van bewegingen (trillingen, schommelingen), bij het smeren der machines (smeeroliën) en in vele biologische en physiologische verschijnselen (v. van het bloed). Zij laat eveneens toe de grootte en den associatietoestand der moleculen in zuivere stoffen en in oplossingen, of de grootte der micellen in colloïdale oplossingen, te bepalen (Formules van Navier-Stokes en van Einstein-Smolchowsky).

Lit.: Handbuch der Physik (VII); Freundlich, Kapillarchemie (1932). De Block.

< >