(muziek), oorspr. in de Gregoriaansche handschriften de accentus-acutusvorm der hoogere noten. Onder invloed van den opkomenden notenbalk wordt de kop van de v. verdikt tot een punt, maar de staart blijft: vandaar de naam staartnoot; komt vóór: afzonderlijk, verdubbeld (bivirga), verdrievoudigd (trivirga) en gecombineerd met andere neumen; duidt oorspronkelijk alleen een hoogere noot aan, geen verlenging. Bruning.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk