Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Victor E. van Vriesland

betekenis & definitie

Ned. letterkundige. * 27 Oct. 1892 te Haarlem. Studeerde wijsbegeerte bij dr. J. A.

r Mouw (den dichter Adwïata). en Fransche letteren te Dijon. Wijdde zich aan de journalistiek, was letterkundig redacteur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, sedert 1938 hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Fijngevoelig, doch weinig vruchtbaar dichter, indringend essayist, dankt V. zijn plaats in het letterkundig leven mede aan zijn groote eruditie en aan de stimuleerende werking zijner critieken, die aan talrijke jongere schrijvers de mogelijkheden van hun talent openbaarden.Voorn. werken: De cultureele noodtoestand van het Joodsche volk (1915); De Verloren Zoon (drama, 1920); Het afscheid van de wereld in drie dagen (roman, 1926); Voorwaardelijk Uitzicht (poëzie, 1929); De Havenstad (lustrumspel, 1933); Herhalingsoefeningen (1935).

Asselbergs.

< >