Ned. letterkundige. * 27 Oct. 1892 te Haarlem. Studeerde wijsbegeerte bij dr. J. A.
Dér Mouw (den dichter Adwïata). en Fransche letteren te Dijon. Wijdde zich aan de journalistiek, was letterkundig redacteur van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, sedert 1938 hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Fijngevoelig, doch weinig vruchtbaar dichter, indringend essayist, dankt V. zijn plaats in het letterkundig leven mede aan zijn groote eruditie en aan de stimuleerende werking zijner critieken, die aan talrijke jongere schrijvers de mogelijkheden van hun talent openbaarden.Voorn. werken: De cultureele noodtoestand van het Joodsche volk (1915); De Verloren Zoon (drama, 1920); Het afscheid van de wereld in drie dagen (roman, 1926); Voorwaardelijk Uitzicht (poëzie, 1929); De Havenstad (lustrumspel, 1933); Herhalingsoefeningen (1935).
Asselbergs.