(Lat. veto = ik verbied). Recht van v., recht van overheidsorganen het besluit van een ander overheidsorgaan te vernietigen of de voor de geldigheid ervan noodige bekrachtiging er aan te onthouden. In den Romeinschen staat kwam het veto-recht in den eersten zin toe aan de tribimi plebis (➝ Tribunus). Thans duidt men hiermede aan:
1° het recht der Kroon om aan besluiten van provincie, gemeente en waterschap haar goedkeuring te onthouden, resp. deze te vernietigen.
2° Haar recht een wetsvoorstel der Staten-Generaal niet te bekrachtigen. Voor het beweerde vetorecht der keizers t.a.v. de pauskeuze, zie onder ➝ Pauskeuze.