(geneesk.) is een vrijwel uitsluitend in de tropen voorkomende afwijking, die door contact (als regel door geslachtsverkeer) van mensch op mensch wordt overgebracht. V. g. komt vnl. voor in Voor- en Achter-Indië, Zuid-China, in zeer uitgebreide mate op Nieuw-Guinea en verder zeldzaam in Afrika en Amerika. V. g. wordt veroorzaakt door zgn. kapselcoccen. Als regel gaat v. g. uit van een wondje aan of in de buurt van het genitaalapparaat.
Er ontwikkelt zich eerst een klein knobbeltje of zweertje met sterke neiging tot woekeren, zoodat al spoedig uitgebreide zwerende, granuleerende, deels ondermijnde vlakken ontstaan. Doorbraak naar interne organen komt voor.Het proces duurt onbehandeld soms vele jaren. Sterven de patiënten niet, dan treedt onder litteekenvorming genezing op. Door behandeling met inspuitingen van antimoonverbindingen worden bij v. g. uitstekende resultaten bereikt.
E. Hermans.