Eigenlijk: kruis, opgericht langs velden; ook aan huizen langs wegen, vooral in Kath. landen, met groote verscheidenheid in wezen, doel en vorm. Wij noemen slechts de voornaamste op: gerechtskruis, grenskruis, peroen, vrijkruis, marktkruis, preekkruis, begrafeniskruis, wonderkruis, dwaalkruis, processiekruis, hagelkruis, moordkruis, devotiekruis, memoriekruis, kerkhofkruis. Zie onder de vsch. woorden.
Lit.: A. Welters, Het Limburgsche v. (in: Publ. du Limb., 59); id. (in: Het Gildeboek, jg. XIX 1936, 106-111). Welters.