Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Veelhoeksmeting

betekenis & definitie

(landmeetk.). Moet een terrein opgenomen worden, dan is een van de methoden om hierover een veelhoeksnet te slaan. Liefst zal men een gesloten veelhoek kiezen, een veelhoek waarvan begin- en eindpunt samenvallen, met zoo weinig mogelijk hoekpunten en zoo dicht mogelijk de grenzen van het terrein volgen. In dit terrein liggende markante punten worden daarna met een kleiner veelhoeksnet aan het groote, het terrein omvattende net verbonden; de zijden van dit kleine veelhoeksnet vormen veelal de meetlijnen voor de later volgende detailmeting.

De terrein vorm heeft ook invloed op de keuze van het instrument, waarmee de meting zal verricht worden. Heeft men weinig en lange zijden dan zijn planchet, sextant of theodoliet de aangewezen instrumenten, omdat daarmede hoeken tusschen de zijden onderling worden gemeten en de kans op het maken van fouten door het kleine aantal hoeken gering is. Heeft men een groot aantal zijden, dan is het gebruik van een boussole aan te bevelen, omdat daarmede een directe meting van de azimuthen van de zijden plaats heeft.

Een contrôle heeft men als binnen het veelhoeksnet een markant punt ligt, waarop telkens uit opeenvolgende hoekpunten kan gericht worden; door opstelling van ’n theodoliet in dat punt krijgt men hoekencontrôle. Bezigt men een planchet, dan blijkt dadelijk een eventueele fout, wanneer de naar dat punt gerichte lijnen niet alle door eenzelfde punt op de teekening gaan. E. Bongaerts.

< >