1° Philos. V. is afwezigheid van de echtheid, → waarheid en waarachtigheid, die er behoort te zijn (privatie). Vgl. → Niets.
2° Recht
a) Algemeen
De hieronder samengevatte misdrijven kunnen zich voordoen t.a.v. geld, waardepapieren, zegels of merken, allerlei soorten geschriften. V. kan bestaan in namaken (oftewel valschelijk opmaken) en in vervalschen (d.w.z. een echt stuk valschelijk veranderen). Door v. worden in den regel particulieren in hun vermogen benadeeld, maar tevens (dit is belangrijker) het vertrouwen in geld enz. ondermijnd. Daarom worden deze misdrijven niet behandeld als vermogensmisdrijven (diefstal, enz.), maar als misdrijven tegen de gemeenschap rechtstreeks, en wel tegen de zgn. openbare trouw.
b) Ned. recht. De misdrijven van v. worden in het W. v. Str. behandeld in de titels X-XII van het Tweede Boek, vlak achter meineed. Achtereenvolgens worden behandeld v. in muntspeciën en munt- en bankbiljetten (X), v. in zegels en merken (XI) en v. in geschrifte (XII). V. in geschrifte is practisch het belangrijkste, vooral art. 225. Het in dat artikel omschreven misdrijf bestaat in het valschelijk opmaken of vervalschen van een geschrift, waaruit eenig recht, eenige verbintenis of eenige bevrijding van schuld kan ontstaan, of dat bestemd is om tot bewijs van eenig feit te dienen. Wanneer deze bewijsbestemming kan worden aangenomen, is een zeer moeilijke kwestie, waarover veel rechtspraak bestaat. Dit misdrijf is alleen strafbaar, als een of ander geschiedt met het oogmerk om het geschrift als echt en onvervalscht te gebruiken of te doen gebruiken, en wanneer uit dat gebruik eenig nadeel kan ontstaan. Naast het valschelijk opmaken of vervalschen met genoemd oogmerk is ook het opzettelijk gebruik maken van het valsche of vervalschte geschrift als misdrijf strafbaar, eveneens indien uit het gebruik eenig nadeel kan ontstaan. V. in authentieke acten, in geneeskundige verklaringen, in getuigschriften van goed gedrag, reispassen, enz. worden in titel XII als afzonderlijke misdrijven strafbaar gesteld. Valsche aangifte voor de belasting zou onder v. volgens het wetboek kunnen vallen, maar is in belastingwetten afzonderlijk strafbaar gesteld, met lagere gevangenisstraf dan in art. 225 bepaald is.
Naast v. in geschrifte is in art. 360 als ambtsmisdrijf omschreven v. in boeken of registers, welke niet tot bewijs, maar uitsluitend tot contrôle bestemd zijn.
De valschheidsprocedure in burgerrechtelijke processen (→ Handteekening) kan leiden tot strafrechtelijke vervolging (art. 193 W.v.B.Rv.).
Lit.: Simons, Leerboek v. h. Ned. Strafr. (II 1929, blz. 272, 286, 440). Pompe.
c) Belg. Recht
De misdrijven van v. worden behandeld in de hfst. I-IV van het 2e Boek van het W.v. Str. De art. 194-197 (hfst. IV) behandelen de v. in authentieke en openbare geschriften, in handels- of bankgeschriften en in private geschriften. Art. 196 bedreigt met opsluiting niet-ambtenaren, die in authentieke en openbare geschriften valschheid plegen en alle personen, die in handels-, bank- of private geschriften valschheid plegen.
De wijzen, waarop de v. moet gepleegd zijn, worden opgesomd. Art. 197 stelt den gebruiker der geschriften met den dader gelijk. Noodig is evenwel in beide gevallen bedriegelijk oogmerk of oogmerk om te schaden (art. 193). V. in reispassen, wapenverloven, persoonsboekjes, reiswijzers, getuigschriften en telegrammen worden afzonderlijk strafbaar gesteld in de afd. II en III van hfst. IV.
Ook hier is bedrieglijk oogmerk of oogmerk om te schaden voorwaarde voor strafbaarheid. Zie ook → Handteekening.