Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-11-2019

Utraquisten

betekenis & definitie

(➝ Lat. uterque = beide), voorstanders van de H. Communie onder beide gedaanten: brood en wijn (uit den kelk = Lat. calix, vandaar worden de U. ook Calixtijnen genoemd). Zij zijn de meer gematigde Hussieten, in tegenstelling met de veel verder gaande, fanatieke Horebieten of Taborieten (zie ➝ Hussieten, Ziska). De U. hingen de leer aan van Jacob van Mies, die als professor te Praag sinds 1414 de stelling verdedigde, dat men de H.

Communie onder twee gedaanten (sub utraque specie) moet ontvangen krachtens gebod van Christus en om aan grooter genade deelachtig te worden. Niet alleen de priesters in de H. Mis, doch ook de leeken zouden onder beide gedaanten moeten communiceeren. Het concilie van Konstanz veroordeelde die leer, in zooverre deze de kerkelijke praktijk om aan de leeken de H.

Communie alleen onder gedaante van brood te geven als heiligschennend en ongeoorloofd beschouwde (sessio XIII, 15 Juni 1415; Denz. 626). In de bul Inter Cunctas, 22 Febr. 1418, wordt bij het onderzoek naar rechtzinnigheid de vraag voorgeschreven, of men de tegenwoordigheid van den geheelen Christus onder elk der beide gedaanten aanneemt en of men zich bij het genoemde decreet van Konstanz neerlegt. De Prager Compactaten, 1433, stonden den leekenkelk toe voor Bohemen en Moravië, onder voorwaarde dat de geloovigen onderricht werden, dat Christus onder elk der gedaanten geheel tegenwoordig is en communiceeren onder beide gedaanten niet noodzakelijk is ter zaligheid.

In 1462 trok Pius II dit verlof in.

In de 16e eeuw was de beweging voor den leekenkelk wederom zeer krachtig, ook in Duitschland en Frankrijk. Het concilie van Trente definieerde in de 21e zitting, 16 Juni 1562, opnieuw de kerkelijke leer (Denz.930-937). Pius IV stond in 1564 voor een aantal Duitsche diocesen den leekenkelk weer toe, maar daar de verwachting, dat dit tot bekeering van vele Protestanten zou bijdragen, niet in vervulling ging, werd ook ditmaal het gegeven verlof weldra ingetrokken.Lit.: handboeken der kerkgesch.; Bullarium Romanum (IV); Braunsberger, Canisii Epistulae (IV); G. Constant, Concession à l’Allemagne de la communion sous les deux espèces par Pie IV (1922-’26).

< >