Overeenkomstig den bijbel (1 Cor.7.8 en 39-40) heeft de Kath. Kerk altijd geleerd, dat het aangaan van een tweede huwelijk (of derde, enz.) na den dood van den vorigen echtgenoot geoorloofd is, hoewel het volmaakter is (eervoller, zegt het kerkelijk wetboek, can. 1142) verder ongehuwd te blijven. Speciale omstandigheden kunnen het t. h. beter en aan te raden maken, bijv. het welzijn van kleine kinderen uit het eerste huwelijk. Sommige Kerkvaders hebben nogal sterk afkeurend over het t. h. gesproken.
De ➝ Montanisten en de ➝ Novatianen leerden, dat het ongeoorloofd was. Bender.