Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Trier

betekenis & definitie

1° Zeer oude Duitsche stad, gelegen in een dal aan de Moezel. Ca. 78 000 inw. (67% Kath., 7% Prot.). De stad bevat vele oude gebouwen (zie onder). Voorn. industrie: ijzergieterijen, machinefabrieken, ververijen, bierbrouwerijen, bewerking van leer en tabak.

Belangrijke handel in wijn, vee en hout. Jaarlijks worden in T. wijnmarkten gehouden. T. is zetel van een bisschop.Bezienswaardigheden. T. bezit nog vele overblijfselen uit den Rom. tijd, o.a. thermen en de Porta Nigra (zie ➝ Porta Nigra). Het begin van den dom dateert waarschijnlijk uit den tijd van Valentinianus (aanvankelijk centraalbouw, thans Oosthelft langschip). De uitbreiding tot basiliek volgde in de 11e en 12e eeuw, de overwelving dateert uit de 13e eeuw. Het merkwaardigste monument is wel de Liebfrauenkirche uit de 13e eeuw, een der eerste Duitsche Gotische monumenten, merkwaardigerwijze een centraalbouw (oorspr. waarschijnlijk baptisterium). Uit de Romeinsche marktbasilica is het voorm. aartsbisschoppelijk paleis gegroeid (verbouwd in de 16e en 17e e.). Verder heeft T. vele mooie woonhuizen, w.o. zeer oude, en het Palais Kesselstadt (1742).

Gesch. T., Augusta Trevirorum, is een der oudste steden in Duitschland. Door de Romeinen gesticht, aan de Moezel, tusschen Eifel en Hunsrück, sedert Tiberius hoofdstad der Provincia belgica, een tijdlang keizerlijke residentie (260-399) en sedert 902 zetel van een aartsbisschoppelijk sticht. Onder Fransch bestuur van 1794 tot 1814. Sedertdien aan Pruisen. Van 1473 tot 1797 zetel van een universiteit.

Lit.: Kentenich, Gesch. von T. (1915).

2° Bisdom Trier (Lat. Trevirensis diocoesis). Reeds in den loop der tweede eeuw was het Christendom in de streek van Trier gevestigd; uit het midden van de derde eeuw is de H. Eucharius als bisschop van T. bekend. Tusschen de 4e en de 6e e. moet het aartsbisdom geworden zijn en door de Duitsche keizers begunstigd, breidden de aartsbisschoppen van T. hun wereldlijke macht over uitgestrekte domeinen uit en verkregen al zeer vroeg de keurvorstelijke waardigheid. Door de secularisatie van 1803 werd het Sticht T. bezit van Nassau. Van 1794 tot 1816 was T. suffragaan-bisdom van Mechelen om in 1824 aan de kerkelijke provincie van Keulen te worden overgedragen. Het telt ong. 1 500 000 Kath. tegenover ong. 400 000 niet-Kath. Het is verdeeld in 69 dekenaten en 812 parochiën. Groot- en klein-seminarie te Trier.

Lit.: J. Marx, Gesch. des Erzstifts T. (1858-’64). Voor den Heiligen Rok van Trier, zie ➝ Rok. Voor de Martelaars van Trier zie ➝ Thyrsus, Bonifatius en Gezellen.

De Schaepdrijver.

< >