Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Trichorum

betekenis & definitie

(bouwk.) (Gr.) = met drie conchen of drie halfronde nissen. Term gebruikt voor den klaverbladvormigen plattegrond van de koor-partij van sommige kerken als de St. Maria im Kapitol te Keulen (van 1065) met haar voorloopers: de Geboortekerk te Bethlehem (ca. 330), het paleis Msjatta in Syrië, Koptische kerken te Sohog (Egypte), Armeensche kerken (St. Ananias te Alaman, 637), enz.

Voorbeelden in Ned.: de O. L. Vrouwenmunster te Roermond, de krypte te Rolduc; in België: de kathedraal van Doornik; elders die van Noyons, Kamerijk, de St. Quirinuskirche te Neuss.Mogelijk is deze vorm (die reeds bij de Keltische druïden bijzondere beteekenis had) een symbool voor de H. Drievuldigheid. Lit.: J. Strygowski, Der Ursprung des trikonchen Kirchenbaues (in: Zeitschr. f. christl. Kunst, XXVIII 1915); id., Die Baukunst der Armeniër und Europ. (1918); id., Ursprung der christl. Kirchenkunst (1920).

v. Embden.

< >