Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-10-2019

Trente

betekenis & definitie

ook Trient of Trento.

Provincie in het Noorden van het koninkrijk Italië. Opp. 6517 km2; 390 000 inw. Alpengebied tusschen Ortler en Gardameer. Italiaansche taal.
2° Hoofdstad der gelijknamige Ital. prov. Ca. 60 000 inw. Bisschopszetel. Vliegveld.

Bouwkunst. De dom dateert oorspronkelijk uit de 11e eeuw, eind 12e eeuw verbouwd door meester Adam d’Arogno, voltooid eerst in de 16e eeuw. Het is een Lombardisch-Romaansche pijlerbasiliek. Verder vallen te vermelden de S. Maria Maggiore (1520-’23), een eenbeukige Renaissancekerk en het bisschoppelijk paleis (vóór de 13e eeuw kasteel), in 1525 verbouwd.

v. Embden.
T. is als bisdom bekend sinds de 4e eeuw. Koenraad II verhief het in 1027 tot een rijksvorstendom. In de 13e eeuw bereikte het zijn hoogsten bloei; 1545-’63 werd in de bisschopsstad het concilie van T. gehouden (zie onder). Tot 1751 was het suffragaan van Aquiléia, werd toen exempt en bleef dit, tot het in 1825 onder den aartsbisschop van Salzburg gesteld werd. Intusschen was het van zijn wereldlijk bezit beroofd (1803). Tengevolge van den Wereldoorlog kwam het in een nieuwe staatkundige verhouding, welke ertoe leidde, dat het in 1929 tot een onmiddellijk aan Rome onderworpen aartsbisdom werd verheven.

Th. Heijman.

Concilie van Trente, 1545 tot ’63 Door de zgn. Hervorming der 16e e. had de Kerk in Noord- en West-Europa ontzettende verliezen geleden. Millioenen waren afgevallen, en de misstanden, die hiertoe mede de aanleiding geweest waren, bestonden nog voort. Doch de ware hervormingsgeest was thans ook in de Kerk zelve gewekt, en paus ➝ Paulus III stelde zich met onvermoeide energie ten doel door een algemeen concilie in den nood te voorzien. Dit kwam in 1545 te Trente bijeen.

Voorbereiding Vóór het concilie tot stand kon komen, moesten vele en groote moeilijkheden uit den weg worden geruimd. De Protestanten, die zich voortdurend op een algemeene kerkvergadering beroepen hadden, wilden, als het er op aan kwam, daartoe niet medewerken. De Kath. vorsten, wier toestemming en welwillende houding onontbeerlijk was, hadden allerlei tegenstrijdige belangen, bedoelingen en inzichten. Jaren waren voorbijgegaan in eindelooze onderhandelingen tusschen den paus en de regeeringen. In 1545 kwam eindelijk het concilie bijeen te Trente, doch tot tweemaal toe moest het wegens pest, oorlogen en verwikkelingen met de Kath. vorsten geschorst worden. Het vergaderde dus slechts van 1545 tot ’47, van 1551 tot ’52, en van 1562 tot ’63, den laatsten keer vooral door de bemoeiingen van den H. ➝ Carolus Borromeus weer bijeengebracht. Toen het in 1563 uiteenging, had men dus feitelijk slechts vijf jaar gewerkt, maar in 25 openbare zittingen en in zeer talrijke bijzondere bijeenkomsten en besprekingen een buitengewoon omvangrijken arbeid verricht.

Deelnemers Het concilie werd voorgezeten door legaten van den paus. Het getal der aanwezige Vaders varieerde; in de slotzitting teekenden ongeveer 250 bisschoppen de akten. Onder hen waren hoogst verdienstelijke mannen, als bissch. Hosius van Ermeland, kard. Morone e.a. Verder namen een belangrijk aandeel aan de beraadslagingen vele theologen, onder wie beroemde en uitmuntende geleerden voorkwamen, als Soto, Seripandus, Ruwaert Tapper, Laynez, de H.

Petrus Canisius. De paus bekrachtigde in 1664 het concilie, waardoor de uitgevaardigde canones over het geloof tot Katholieke geloofsleer werden gestempeld.

Werkzaamheden Twee reeksen van besluiten werden tegelijkertijd behandeld en telkens vastgesteld: dogmatische canones, waarin de geloofsleer werd omschreven, vooral in zoover die door de 16e-eeuwsche Reformatoren werd ontkend. De voornaamste canones betreffen de Katholieke leer omtrent den Bijbel, de traditie, de erfzonde en de rechtvaardiging, de Sacramenten, het vagevuur, de Heiligenvereering, de aflaten. Daarnaast werden uitgevaardigd hervormingsdecreten, die vooral beoogden de tucht te herstellen en de zoo lang vergeefs nagestreefde hervorming aan te brengen in de bestaande misbruiken. Zij betroffen o.a. het beneficiewezen, den residentieplicht der bisschoppen, de simonie, het celibaat, de visitatie, het geestelijk leven van priesters en kloosterlingen, de voorwaarden voor een geldig huwelijk (voor eigen pastoor van een der partijen en twee getuigen; zie➝ Tametsi en vgl.➝ Ne Temere). Vooral heeft een heel bijzondere uitwerking ten goede gehad het voorschrift om in alle diocesen seminaries op te richten tot opleiding der geestelijkheid. Ook de samenstelling van een catechismus en de verbetering van missaal en brevier werden door het concilie voorgeschreven, doch de totstandbrenging daarvan aan den paus overgelaten. De H. ➝ Pius V (1566-’72) heeft tijdens zijn pontificaat aan dit verlangen van het concilie voldaan.

Aanvaarding van het concilie Het ging niet altijd even gemakkelijk om in de Katholieke staten, waar de wereldlijke macht zich vaak veel gezag over de geestelijke zaken aanmatigde, de besluiten van het concilie doorgevoerd te krijgen. Portugal en Polen maakten geen bezwaar, doch Spanje liet de afkondiging van de concilie-besluiten slechts toe „met voorbehoud van de koninklijke rechten”. Frankrijk wilde eigenlijk alleen de dogmatische canones aanvaarden, doch bij gedeelten werden toch door de bisschoppen ook de hervormingsdecreten afgekondigd. In de Nederlanden waren veel plaatselijke autoriteiten tegen de hervormingen, doch Alva dwong de aanvaarding daarvan af.

Het Concilie van Trente heeft wel niet de verhoopte eenheid gebracht, maar het heeft de scheidingslijn tusschen Protestantisme en Katholicisme scherp afgebakend. Het is het langdurigste en zeker een der belangrijkste, die in den loop der kerkgeschiedenis gehouden zijn en heeft de Kerk vernieuwd en gezuiverd. Waar het kon worden doorgevoerd, heeft het een bloeiend godsdienstig leven gewekt.

Lit. Het groote bron werk is het door de Görres-Gesellschaft uitgegeven Concilium Tridentinum; Diariorum, Actorum, Epistularum, Tractatuum nova collectio; begonnen in 1901, tot nu toe 9 kwarto-deelen. Uit de vele geschriften over het Concilie zij slechts vermeld Richard, Le Concile de Trente (2 dln. 1930-'31) en Pastor, Gesch. der Papste (dl. V tot VII, 71923,121928, 71923), bij wie verdere uitvoerige literatuuropgaven, gelijk ook in de groote algemeene geschiedwerken van De Jong, Hauck, e.a. Gorris.

< >