Hoofdstad van het dept. HauteGaronne (Frankrijk), 140 m boven zee. Ca. 195 000 inw. T. is een aartsbisschopszetel.
Sterke garnizoensplaats, vliegvelden. Zeer vele onderwijsinrichtingen, waaronder universiteit en Kath. universiteit (→ Institut Catholique). Veel handel, veelzijdige industrie (vliegtuigen, machines, leer, eetwaren, chemische artikelen).Het oude Tolosa behoorde tot de provincie Gallia Narbonensis en was sinds de 3e eeuw een bisschopszetel. In 418 werd het de hoofdstad der West-Goten, in 508 kwam het onder Clovis. Het graafschap was ca. 1200 beroemd als middelpunt der Provençaalsche dichtkunst. De strijd tegen de Albigenzen bracht groote verwoestingen. In 1271 verviel T. aan de Fransche kroon.
Lit.: L. Ariste-Braud, Histoire populaire de Toulouse (1898).
Heere.
Monumenten St. Saturnin of St. Sernin (begin 12e e.), een kruisvormige hallenkerk, driebeukig langschip, gerestaureerd 1855. St. Etienne (de kathedraal), 13e e., onvoltooid. De Jacobijnerkerk, een zeer merkwaardige, slanke, tweebeukige hallenkerk in baksteen met tusschen de steunbeeren aan weerszijden lage kapellenreeksen, polygonaal koor met vijf kapellen. Verder: het raadhuis (Capitole) van 1750 en vele „Hôtels” (d’Arrezat, Bernuy, Lasbordes, Felzins, de Caulet, de Pierre).
v. Embden.